Ik kan me niet herinneren dat ik het niet deed. Ik voelde me schuldig wanneer ik je instinctief probeerde te ontwijken. Waarom voelde ik me zo slecht wanneer ik je gezien of gesproken had. Dagen was ik van slag en oververmoeid.
Vragen kwamen bij mij op: Wat gebeurt er?
Waarom voel ik me zo ellendig?
Ik dacht vaak, laat me met rust, ik heb genoeg aan mezelf, maar dan kwam de gedachten, oei dat is egoïstisch van mij. Je zei altijd; Ik kom je helpen (met het huishouden). Wanneer ik je zei dat het niet hoefde, kreeg ik als antwoord, jij mag (wat voelde als moeten) dit later voor mij doen. Jij ging figuurlijk gesproken dansend en fluitend naar huis en ik voelde me gebroken, moe en ellendig. Ik kon en mocht niet tegen je zeggen dat ik liever even alleen was. Ik weet dat je dit alles met een positieve intentie hebt gedaan, maar je verstikte mij met wat jij liefde noemde. Je wilde niet horen dat ik het wel alleen kon. Dan voelde je je beledigd, want je deed het immers voor mij. Waarschijnlijk wist je ook niet beter. Mogelijk zat het in de gene, hoorde het zo te gaan voor jou. Je spuide je ellende, verdriet, boosheid en frustratie en ik accepteerde je ei. Je zei altijd met jou kan ik praten. Wat je niet wist en nog steeds niet weet, jij voelt het niet, is dat je je ei maar in mijn richting bleef duwen tot je voelde dat je beter in je vel kwam te zitten. Liever voelde ik de pijn, dan dat ik je pijn deed.
Later zag en hoorde ik je energie veranderen wanneer je in de loop van het gesprek, je ei begon, kwijt te raken en ik zakte weg, ik separeerde.
's Avonds wanneer mijn echtgenoot thuis kwam, was ik nog niet hersteld en dan sloeg de volgende vermoeidheid toe. Ook zijn ei pakte ik aan. Ik was altijd vermoeid, ging ‘s middags wanneer de kinderen naar school waren naar bed om bij te tanken. ‘s Avonds lag ik al vroeg weer in mijn bed, ik schaamde me hiervoor, maar had niet de kracht om weerstand te bieden. Ik wist immers niet wat er gebeurde. Dat alles met energie en hoog gevoeligheid te maken had, wist ik toen nog niet.
Het voelde als overleven in plaatst van leven. Vaak dacht ik: wanneer stopt dit en komt mijn tijd? Ik voelde me geleefd.
Jarenlang heb ik niet geweten dat alles met energie te maken heeft. Dat energie geen grenzen kent, letterlijk en figuurlijk.
Toen de jongste van de onze drie kinderen twee jaar was zijn we verhuisd. Zo’n 125 km van onze woonplaats.
Ik dacht nu is het mijn tijd, echter wanneer ik je aan de telefoon had gehad voelde ik me dagen ellendig. Ik begon de telefoongesprekken uit te stellen. Wanneer ik je dan vol schaamte, met angst en beven belde, kreeg ik eerst een snauw, zijn de kwartjes op?
Ik was degene die je moest bellen, dat was mijn taak als je kind, al was ik de 40 al gepasseerd. Ik hoorde je steeds zeggen, was je maar niet verhuisd. Had ik maar meer kinderen gehad, dan had ik er wat aan gehad. Ik zie nooit iemand.
Klagen kon je als de beste, wat ik verschrikkelijk vond. Maar wat ik nog erger vond, is dat ik het was gaan overnemen.
Wanneer mijn echtgenoot ’s avonds van zijn werk kwam en ik mijn dag goed was doorgekomen dan kon ik me in een fractie van een seconde ellendig gaan voelen. Later begreep ik dat het zijn ei was wat ik aannam. Hij was leeggezogen door zijn klanten, allemaal oudere dames die graag hun ei bij hem kwijt wilden.
Van alles heb ik ondernomen om hiermee aan de slag te gaan, zodat het niet bij mij binnenkomt. Het boek: Het helen van de moederwond heeft voor mij wel een en ander duidelijk gemaakt. Het gaat steeds beter. Ik weet nu alles is energie. Ik geef mijn energie aan hen. Ik zag mezelf altijd als de zwakke, maar weet dat wanneer ik niet meer de zwakke ben, het voor hun wel heel lastig zal worden omdat ze dan hun eigen struggelingen moeten ondergaan.
Onlangs ben ik een Magische reis gaan maken naar Engeland. Op een bepaald moment kreeg ik een ingeving, die hard binnen kwam. Het was niet alleen dat ik mijn energie aan hun gaf, maar ik heb hun al die tijd gedragen.
Het is nu tijd om ze los te laten, ze mogen hun eigen stuk dragen. Ik zie ze beide de laatste tijd ouder worden, steeds meer klachten krijgen. Het is niet van mij, soms overvalt het me weer en heb ik het te pakken voor ik er erg in heb.
Maar toch laat ik ze los, in liefde en met respect, het is nu mijn tijd.
Ik zet mezelf in een witgouden bubbel van Christuslicht, waar niks doorheen komt wat niet van mij is. Ik plaats een spiegel tussen ons in, zodat wat naar mij toe gezonden wordt, word teruggekaatst.
Dankbaar neem ik afscheid omdat het mij niet (meer) dient. Vanuit het donker kom ik steeds meer in het licht, mijn licht.
Reactie plaatsen
Reacties